GeolinQ
Support Portal

Toevoegen van Views 

Views kunnen eenvoudig worden geconfigureerd via de optie ' Toevoegen View'. Met deze functie wordt een klasse definitie aangemaakt op basis van de geselecteerde attributen en worden de gewenste View koppeling met een geselecteerde dataset geconfigureerd.

Het configureren van en view bestaat uit de volgende stappen:

Stap Actie Uitleg
1. Definieer naam en View type Definieer gewenste naam. Spaties zijn niet toegestaan. Schrijf indien gewenst toelichting. Selecteer voor een View van administratieve gegevens 'View Entity Driver' en voor een View met geografische gegevens "View Feature Driver'. De naam van de klasse definitie is default hezelfde als de View naam maar kan naar wens aangepast worden.
2. Tabelkoppeling Kies de Dataset en Type klasse waar de View op gebaseerd wordt. Indien er Databronnen gekoppeld zijn moet eerste de Databron gekozen worden. 
3. Kies Primary key en Geometry  Aangegeven moet worden welk attribuut als 'primary key' is van de View. Daarnaast moet voor Views met een Geometry worden aangegeven welke geometry als basis wordt gebruikt. 
4. Attribuut selectie Selecteer de voor de View gewenste attributen. De eerder kozen Primary Key en Geometry maken al deel uit van de selectie dus moeten niet gekozen worden. Indien gewenst kan de namgeving van de gesecteerde atttributen veranderd worden.  
5. Opslaan View Door de View op te slaan komt deze beschikbaar als nieuwe dataset en tevens als klasse definitie.    

Via 'Toevoegen View' wordt een basis View geconfigueerd. De View kan Condities worden meegegeven en de Mapping van de View veranderd worden door de View te selecteren en te gaan naar de Tab 'Toon Koppeling'. De functionaliteit binnen deze Tab zijn beschreven in: View Koppelingen en View Condities.