Toevoegen van datatype
De klasse definitie dialoog toont de eigenschappen van de klasse definitie. In klasse definities wordt nader beschreven wat klasse definities zijn. In datasets wordt het gebruik van klasse definities beschreven. Een klasse definitie wordt gedefinieerd door zijn naam en de gekozen bovenliggende klasse. De bovenliggende klassen zijn de systeemklassen en de door de gebruiker eerder gedifineerde klassen waarvanuit mag worden afgeleid. Indien gewenst kan een beschrijving worden meegegeven. Daarnaast moet worden gedefinieerd of de klasse definitie Abstract is en of Afgeleid mag worden van de klasse definitie.
- Wanneer Abstracte klasse wordt aangevinkt, betekent dit dat deze niet gedistantieerd kan worden. Door het definiëren van Abstracte klassen kunnen gegevens modellen gestructureerd worden opgezet door gezamenlijke attributen welke voor meerdere klasse definities worden gebruikt als Abstracte klasse te definiëren en deze als bovenliggende klasse te gebruiken. De systeem klasse definities, zijn altijd abstract. In dat geval is de Abstract class checkbox readonly.
- Wanneer de Afgeleide klasse checkbox aangevinkt is, wordt toegestaan dat klasse definities afgeleid worden van de huidige klasse.
Let op: Abstracte klasse is standaard geactiveerd bij het gebruik van af te leiden systeem definities omdat primaire ID en/of geometrie moet worden gedefinieerd in de eigenschappen van de klassedefinitie. (zie schema validatiegregels). Als dit heeft plaatsgevonden kan 'Abstracte Klasse' worden uitgevinkt.
Door het systeem gedefinieerde klasse definities
GeolinQ heeft de volgende door het systeem gedefinieerde type klasse definities:
| Type | Uitleg |
|---|---|
| GlPoint | Abstracte basis klasse met X-coördinaat en Y-coördinaat voor opslag van punten en rasters. |
| GlEntity | Abstract basis klasse voor opslag van administratieve data. |
| GlIndexedEntity | Basis klasse met ID attribuut voor opslag van administratieve data. |
| GlNamedEntity | Basis klasse met ID and Name attributen voor opslag van administratieve data. |
| GlFeature | Abstracte basis klasse voor opslag van features. |
| GlIndexedfeature | Abstract basis klassemet ID attribute voor opslag van features. |
| GlGeometryFeature | Basis klasse met ID en geometry attribuut voor opslag van features. |
GeolinQ heeft de volgende door het systeem gedefinieerde dataset klasse definities:
| Dataset Type | Uitleg |
|---|---|
| GlPointDataset | Basis klasse voor alle punt- en raster datasets. |
| GlEntityDataset | Basis klasse voor alle administratieve datasets. |
| GlFeatureDataset | Basis klasse voor alle feature datasets. |
Systeemklassen waarvan klasse definities worden afgeleid
Door de gebruiker te definiëren klassen worden gemaakt door af te leiden van een door het systeem gedefinieerde klasse of eerder gedefineerde klassen waarvan mag worden afgeleid. Door de gebruiker afgeleide klassen worden gevalideerd tegen de volgende bedrijfsregels:
| Door gebruikers te gebruiken systeemklassen | Validatieregels en activering van door gebruiker afgeleide klasse definities |
|---|---|
| GlPoint | Moet ten minste één attribuut hebben. |
| GlEntity | Moet ten minste één attribuut hebben dat gebruikt kan worden als primaire sleutel. In de Eigenschappen tab van de klasse definitie moet het attribuut dat de primaire sleutel vormt, gekozen worden. Als de primaire sleutel gekozen is, kan de Abstracte klasse checkbox uitgevinkt worden. |
| GlFeature | Moet ten minste één attribuut hebben dan gebruikt kan worden als primaire sleutel en een geometry attribuut. In de Eigenschappen tab van de klasse definitie moeten het attribuut dat de primaire sleutel vormt en het geometry attribuut, gekozen worden. Als beide attributen gekozen zijn, kan de Abstracte klasse checkbox uitgevinkt worden. |
| GlIndexedFeature | Moet een geometry attribuut hebben. In de Eigenschappen tab van de klasse definitie moet het geometry attribuut, gekozen worden. Als het geometry attribuut gekozen is, kan de Abstracte klasse checkbox uitgevinkt worden. |
Voor alle door de gebruiker gedefinieerde klasse definities moet het attribuut dat als label getoond gaat worden geselecteerd worden in de Eigenschappen tab van de klasse definitie.